Na maanden van internationale onzekerheid en trage groei lijkt de Nederlandse export weer vaart te maken. In februari 2025 steeg de uitvoer van goederen met 2,9% ten opzichte van een jaar eerder, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Tegelijkertijd groeide ook de import met 3,6%. Het herstel is geen toeval, maar een optelsom van gunstige economische signalen – en biedt serieuze kansen voor de Nederlandse maakindustrie.
Groei op basis van vertrouwen en vraag
Volgens het CBS zijn vooral machines, chemische producten en aardolieproducten verantwoordelijk voor de exportgroei. De Exportradar van april wijst bovendien op licht verbeterde exportomstandigheden. Belangrijke onderliggende factoren zijn het toegenomen producentenvertrouwen in Duitsland, stijgende industriële afzetprijzen en gunstigere valutakoersen.
Die positieve dynamiek weerspiegelt zich in de Nederlandse industriële prijzen, die in februari 1,4% hoger lagen dan een jaar eerder. Daarmee zit er opnieuw beweging in de keten: van grondstof tot eindproduct, van fabriek tot klant. De importgroei – onder meer van elektrotechnische producten en olie – laat zien dat de industrie zich opmaakt voor verdere productie en export.

Wat dit betekent voor de maakindustrie
Voor Nederlandse maakbedrijven is dit hét moment om te profiteren van het momentum. Niet alleen komt de vraag uit het buitenland weer op gang, ook de interne dynamiek is gunstig: er wordt geïnvesteerd in digitalisering, energietransitie en schaalvergroting. Bedrijven die hun ketens al robuuster hebben ingericht, kunnen nu sneller opschalen.
Daarnaast biedt de groeiende importkans op innovatie. De toename in binnenkomende technologie en onderdelen versterkt de positie van assemblage- en productiebedrijven die hoogwaardige systemen bouwen voor sectoren als landbouwtechnologie, medische apparaten en duurzame energie.
De internationale blik: Nederland in perspectief
Wie buiten de landsgrenzen kijkt, ziet vergelijkbare trends. Ierland rapporteerde in februari eveneens exportgroei (+2,8%) met een opvallende importstijging van bijna 15% (bron: Central Statistics Office, Ierland). Dat duidt op een bredere Europese heropleving in handelsvolume. Voor Nederland, als doorvoerland en innovatiemotor, is dat gunstig nieuws.
Tegelijkertijd blijft voorzichtigheid geboden: de mondiale economische groei is nog broos, geopolitieke spanningen kunnen ketens verstoren en protectionisme is niet van de baan. Toch tonen de cijfers aan dat bedrijven die inzetten op veerkracht en innovatie nu een voorsprong kunnen pakken.
Groei is een kans, geen garantie
Export- en importgroei klinken als goed nieuws – en dat zijn ze ook – maar vragen om strategisch handelen. De maakindustrie kan profiteren, mits ze blijft investeren in toekomstbestendigheid. De cijfers van het CBS zijn in dat opzicht niet alleen een momentopname, maar een signaal: er is ruimte voor groei, maar die moet verdiend worden.