De Nederlandse maakindustrie zit klem. Personeelstekorten worden groter, de instroom van vakbekwaam personeel stagneert en ondertussen moet de sector blijven groeien om internationaal relevant te blijven. Rabobank publiceerde recent onderzoek waaruit blijkt dat de arbeidsproductiviteit de komende tien jaar met 50 procent omhoog moet. Niet als ambitie, maar als bittere noodzaak.
Die 50 procent klinkt abstract, maar vertaalt zich naar een simpele realiteit: met minder mensen meer maken. Of in elk geval evenveel. Want de sector vergrijst sneller dan nieuwe mensen instromen, en die trend keert niet om. Volgens cijfers van het CBS is 28 procent van de werknemers in de industrie 55 jaar of ouder, vergeleken met 23 procent in de totale economie. Bijna één op de drie maakbedrijven kampt nu al met arbeidstekorten.
Rabobank onderzocht hoe bedrijven hier in de praktijk mee omgaan en selecteerde drie voorbeelden die laten zien dat productiviteitsverbetering niet alleen over technologie gaat, maar vooral over het slim inrichten van processen en investeren in mensen.
Tuinte Machinebouw: procesanalyse voordat je investeert
Tuinte is een hightech toeleverancier met ongeveer 100 medewerkers, gespecialiseerd in engineering en machinebouw voor semicon, energie en defensie. Het bedrijf produceert kleine series met veel verschillende bewerkingen, wat logistiek ingewikkeld is. Producten staan vaak stil te wachten op de volgende stap.
Operationeel directeur Bert Wildenborg legt in het Rabobank-rapport uit dat automatisering bij elke investering een rol speelt, maar dat de echte winst zit in procesoptimalisatie. “Je moet het letterlijk uittekenen,” zegt hij. Tuinte ontdekte zo dat engineering en productie te vaak onnodig op elkaar moesten wachten, of dubbel werk deden. Door die samenwerking te verbeteren en het proces helder te maken, weet het bedrijf nu op elk moment waar een product zich bevindt en wat er nog moet gebeuren. Dat scheelt enorm in doorlooptijd.
Wat opvalt: Wildenborg benadrukt dat het uiteindelijk om mensen draait. “We hebben ervaren hoe belangrijk het is om te weten welke competenties nodig zijn voor een functie en welke competenties onze medewerkers bezitten. Het matchen van deze twee heeft ons veel opgeleverd.” Automatisering werkt pas als je personeel weet wat ze moeten doen, en waarom.
Gooskens Hout: van 90.000 naar 230.000 m³ met minder personeel per eenheid
Gooskens Hout is één van de grootste vurenhoutleveranciers in de Benelux. Tien jaar geleden verwerkte het bedrijf 90.000 kubieke meter hout met 45 productiemedewerkers. Nu verwerken ze 230.000 kubieke meter met 80 fte. Dat is een toename van 156 procent in volume, terwijl het personeelsbestand met 78 procent groeide. Per werknemer stijgt de output dus met 44 procent.
Die groei kwam door gerichte investeringen in moderne schaafmachines, afkortzagen en een verlijmstraat. Maar ook door digitalisering: kunstmatige intelligentie helpt bij het efficiënter plannen van orders, en een zogeheten Woodeye draait planken automatisch in de juiste positie voor verdere bewerking. In Helmond worden prefab-pakketten samengesteld met geautomatiseerde aan- en afvoer.
CFO Ine Gooskens zegt in het rapport: “Handmatig werk zal steeds meer plaatsmaken voor machinebediening. Onze medewerkers ontwikkelen zich tot operators, en dat vraagt om andere competenties.” Daarom investeert Gooskens ook actief in scholing en betrekt medewerkers bij het bedenken van oplossingen. “Het verhogen van arbeidsproductiviteit draait om machines en slimme routing, maar uiteindelijk is de samenwerking tussen mensen het meest bepalend.”
Reijnen Sealing: niet alleen je eigen productiviteit verhogen
Reijnen Sealing, onderdeel van TTS group, is gespecialiseerd in het beschermen van elektronica door ingieten of coaten. Het bedrijf kijkt niet alleen naar de eigen productiviteit, maar ook naar die van de klant. CEO Maurits Tepper: “Met onze oplossingen kunnen klanten besparen op ontwerp- en assemblagekosten. Ze kunnen zich hierdoor richten op werkzaamheden met meer toegevoegde waarde. Zo stijgt hun arbeidsproductiviteit aantoonbaar.”
Dit voorbeeld laat iets interessants zien: productiviteitsverbetering hoeft niet te stoppen bij je eigen poort. Als je je klant helpt efficiënter te werken, versterk je de hele keten. Dat maakt je ook een aantrekkelijkere partner.
Waarom dit nu zo urgent is
De context waarin deze bedrijven opereren, is bar. De arbeidsproductiviteit in Nederland daalde in 2024 met 0,2 procent, na een daling van 1,3 procent in 2023. De afgelopen tien jaar kwam de groei gemiddeld niet verder dan 0,4 procent per jaar, terwijl dat voor 2013 nog 1,5 procent was. Dat is zorgwekkend, want productiviteitsgroei is de belangrijkste motor voor welvaart op lange termijn.
Nederland staat nog op de tiende plek wereldwijd als het gaat om arbeidsproductiviteit per uur, maar andere landen halen ons in. Minister Karremans van Economische Zaken presenteerde in september 2025 een productiviteitsagenda en was daar glashelder over: “We moeten meer geld gaan verdienen met minder mensen, dus onze productiviteit moet omhoog.”
Tegelijk is er een structureel personeelstekort. Volgens de Koninklijke Metaalunie heeft bijna de helft van de bedrijven moeite om vacatures te vullen. Gemiddeld staan er 2,1 fte open per bedrijf. En de verwachting is dat dit alleen maar erger wordt: tegen 2030 zal de wereldwijde maakindustrie tot 1,9 miljoen werknemers tekort komen, met een economische impact van 100 miljard euro.
Eigen observatie: technologie lost het niet vanzelf op
Wat opvalt aan de drie voorbeelden uit het Rabobank-onderzoek is dat geen van de bedrijven begon met technologie. Ze begonnen allemaal met de vraag: waar loopt het nu vast? Pas daarna volgden investeringen in machines of software.
Dat is een belangrijke les. Want er zijn genoeg bedrijven die duizenden euro’s steken in automatisering, om vervolgens te ontdekken dat het echte knelpunt ergens anders zit. Of dat medewerkers niet weten hoe ze de nieuwe technologie moeten gebruiken. Technologie versterkt wat je al goed doet, maar repareert geen gebrekkige processen.
Een ander punt: alle drie de bedrijven benadrukken het belang van mensen. Niet als vage HR-praat, maar concreet. Gooskens investeert in scholing zodat operators nieuwe machines kunnen bedienen. Tuinte matcht competenties van medewerkers met functies. Reijnen denkt mee met klanten over hun processen. Dat zijn geen peptalks, dat zijn operationele keuzes die directe impact hebben op productiviteit.
Tot slot is er de ketengedachte. Reijnen laat zien dat je productiviteitswinst ook buiten je eigen muren kunt boeken, door je klanten te helpen efficiënter te werken. Dat maakt je niet alleen een betere leverancier, maar ook strategisch waardevoller. In een krappe markt waarin iedereen worstelt met personeelstekorten, win je door anderen te laten winnen.
Wat moet er gebeuren
Het kabinet zette met de productiviteitsagenda een stap, maar bedrijven moeten het vooral zelf doen. Rabobank benoemt in het onderzoek zes randvoorwaarden die nodig zijn: een grondige procesanalyse, gerichte automatisering, digitalisering, ontwikkeling van mensen, betere samenwerking tussen afdelingen en betrokkenheid van medewerkers bij veranderingen.
Dat klinkt misschien als open deuren, maar de praktijk is weerbarstig. Want hoe begin je aan een grondige procesanalyse als je personeel nu al overbelast is? Hoe investeer je in dure machines als banken terughoudend zijn? En hoe krijg je medewerkers mee als ze bang zijn voor hun baan?
Die vragen zijn niet makkelijk te beantwoorden, maar het alternatief is duidelijk: bedrijven die hun productiviteit niet verhogen, verliezen marktaandeel aan buitenlandse concurrenten die goedkoper produceren. Of aan Nederlandse concurrenten die wél investeren. Op termijn betekent dat minder werk, minder banen en een kleinere maakindustrie. Dat is geen doemdenken, dat is rekenen.
Bronnen
- Rabobank – Productiviteitsverbetering bepaalt de toekomst van de maakindustrie
- Centraal Bureau voor de Statistiek – Arbeidsproductiviteit stagneert in 2024
- Rijksoverheid – Kabinet presenteert Productiviteitsagenda
- IndustrieVandaag – Vergrijzing in de maakindustrie: kans voor vernieuwing of bedreiging?



